De eerste graad is een observatiegraad. Tijdens de eerste twee jaren van het secundair onderwijs wordt nagegaan over welke talenten en competenties een leerling beschikt. In de eerste graad spreekt men dus nog niet van doorstroomfinaliteit (ASO/TSO), dubbele finaliteit (TSO) of arbeidsmarktfinaliteit (BSO) maar wel van de A- stroom en de B- stroom.

A-stroom
(voorbereiding op alle richtingen in de doorstroom finaliteit en de dubbele finaliteit)

De meeste leerlingen uit het 6de leerjaar lager onderwijs gaan naar het 1e leerjaar A. 

Er wordt verder gebouwd op de leerstof uit het basisonderwijs. Je zal dan ook heel wat vakken herkennen van de lagere school.
In dit 1e leerjaar A ligt de nadruk zoveel mogelijk op een brede basisvorming voor iedereen. Het is de bedoeling dat alle leerlingen een basiskennis hebben van Nederlands en wiskunde. Er wordt ook meer aandacht besteed aan het financieel-economische, het digitale en aan burgerschap.

Het tempo in de klas ligt hoger dan in de basisschool en er wordt van jou een grotere zelfstandigheid verwacht.

Het eerste leerjaar A omvat een algemene vorming met 2 keuzemogelijkheden: Latijn of wetenschappen - techniek. Vanuit de A-stroom kun je met een A-attest op het einde van het schooljaar naar gelijk welke studierichting in de volgende jaren.

Toelatingsvoorwaarde

Alle leerlingen die houder zijn van het getuigschrift van basisonderwijs

Welke optie?

De optie wordt gekozen op basis van persoonlijke interesses en talenten. Alle opties zijn een voorbereiding op het 2de leerjaar.

Wat na 1A?

Na 1A kan je verder studeren in 2A (2de leerjaar A-stroom) of in 2B (2de leerjaar B-stroom).

We spreken pas vanaf het 3de jaar over doorstroom (ASO/TSO/KSO), dubbele finaliteit (TSO/KSO) of arbeidsmarktfinaliteit (BSO).

B-stroom

(voorbereiding op alle richtingen in de arbeidsmarktfinaliteit)

1B is bedoeld voor leerlingen die niet alle leerstof van de lagere school hebben begrepen en/of verworven. Vandaar dat, in de vakken Nederlands en wiskunde, de belangrijkste leerstof van het basisonderwijs wordt herhaald. Daarnaast krijg je veel techniek en praktijk. Je leert in 1B vooral al doende, eerder dan uit boeken. Nieuwe leerstof  wordt in 1B trager onderwezen dan in 1A. Je zit met minder leerlingen in de klas. Zo kunnen de leerkrachten je beter begeleiden.

Wie slaagt in het eerste leerjaar B kan overstappen naar het tweede leerjaar B of naar het eerste leerjaar A.

Toelatingsvoorwaarden

Je kan starten in 1B als je:

  • geen getuigschrift basisonderwijs hebt.
  • een getuigschrift basisonderwijs hebt onder volgende voorwaarden:
    • een gunstige beslissing van de klassenraad
    • akkoord van de betrokken personen (= je ouder, jijzelf)
  • ​geen 6e leerjaar hebt gevolgd of het 6e leerjaar niet hebt beëindigd en je ten laatste op 31 december van het nieuwe schooljaar 12 wordt.

Wat na 1B?

Als je een A-attest hebt behaald in 1B (= geslaagd zijn) mag je:

  • naar 2B
  • overstappen naar 1A. Dit is slechts haalbaar als je goed hebt gepresteerd voor vakken als Nederlands, Frans en wiskunde. Vraag raad aan de school en het CLB, als je deze overstap overweegt.

In het 2e leerjaar van de 1e graad kies je een basisoptie.Basisopties dienen als kennismaking zodat je kan ontdekken waarvoor je aanleg en belangstelling hebt. Vanuit je ervaringen in dit 2e leerjaar zal je dan in de 2e graad een studierichting kiezen. In onze school kan je kiezen voor STEM-technieken of maatschappij en welzijn.

We spreken pas vanaf het 3de jaar over doorstroom (ASO/TSO/KSO), dubbele finaliteit (TSO/KSO) of arbeidsmarktfinaliteit (BSO).